News

Kolenkitbuurt - Fouad Lakbir

Twaalf jaar geleden is de herontwikkeling van mijn buurt, de Kolenkitbuurt begonnen. Destijds was de Kolenkit een oude van Eesteren wijk, kleine flats met kijk-tuinen, slecht geïsoleerd, maar het was een hele gezellige dorpse wijk waar iedereen elkaar kende en warm met elkaar omging. In eerste instantie omarmden wij als Familie Lakbir samen met onze directe buren de verandering met een groot feest.

Kolenkit via wikipedia
Eindelijk kregen wij grotere huizen, betere isolatie en voor mij eindelijk een eigen kamer. Wij kregen als één van de weinige gezinnen een kans om te blijven in de Kolenkit. MAAR Met de verhuizing verdween na niet al te lange tijd de positieve energie waarmee wij de verandering verwelkomden. Dit had te maken met de grote groep nieuwe buren, die veelal de taal anders spraken en zich ook heel anders gedroegen. 
Wij kochten brood bij de Marokkaanse bakker en ZIJ bij Bakkerij BART. Wij deden onze boodschappen bij de Guldenwinkelmarkt en zij bij Ekoplaza. Wij hadden Duitse benzine auto’s en zij hadden Hollandse bakfietsen. Wij mochten hun niet en zij zochten vrijwel geen contact met ons. Er ontstond al heel snel een wij vs zij cultuur. Wij hadden bepaalde ideeën over hen en zij over ons. 
In de loop der jaren bleef de transitie van mijn wijk mij enorm fascineren. Het bleef niet bij mijn wijk maar ik zag mijn hele stad veranderen en elke keer weer zag ik die enorme Wij vs Zij cultuur ontstaan in de herontwikkelingswijken van Amsterdam. 
Alsof er twee verschillende dimensies van Amsterdam bestonden. Eentje van de oude Amsterdammers en eentje van de nieuwe Amsterdammers, waarin het volstrekt onduidelijk was wie de oude en wie de nieuwe bewoners waren. Één Amsterdam van de verdrijvers en één van de slachtoffers en weer was het heel onduidelijk, want wellicht waren de verdrijvers ook weer elders verdreven.
Wat mij vooral opviel was dat er eigenlijk niet met elkaar gesproken werd en niet naar elkaar geluisterd werd. Er werd veel over elkaar maar niet met elkaar gesproken. 
Wat zou er nou gebeuren als wij wel met elkaar praten? Dan komen wij erachter dat er ons meer bindt dan dat wij verschillen. Sterker nog de bron van het conflict; het aanspraak maken op een buurt waarin wij ons thuis willen voelen, is iets wat ons verbindt. Als we dat erkennen en op basis van verhalen elkaar beter leren kennen, zul je zien dat door de kracht van verhalen de dynamiek van een wijk kan veranderen.
Ik heb nu niet veel tijd om dieper in te gaan op de positieve effecten van verhalen vertellen, maar door al het werk dat ik de afgelopen jaren met verhalen als middel heb mogen doen kan ik het volgende stellen: Ik heb geleerd dat als je het delen van verhalen op een goede manier faciliteert de verteller de luisteraar mee op reis kan nemen door zijn of haar verhaal. Tijdens de reis groeit de band tussen personen. Er ontstaat sympathie gevolgd door empathie. Dat zijn de twee belangrijkste elementen voor het ontstaan van common ground. Dus je gaat van meevoelen naar invoelen en creëert daarmee een gedeeld gelijkwaardig gevoel. Met dat als basis kun je dan van Wij vs Zij naar Wij Amsterdam gaan.
Dit klinkt misschien heel erg idealistisch, maar ik heb het afgelopen jaar op verschillende plekken in de stad evenementen gefaciliteerd waar mensen hun verhaal konden delen. Daar heb ik de common ground, het gedeelde gelijkwaardige gevoel, het gevoel WIJ Amsterdam zien opbloeien.
Met deze mooie ervaring heb ik mezelf als opdracht voor 2020 gegeven om door middel van verhalen mensen die te maken hebben met de uitdagingen van de veranderende stad samen te brengen. Ik hoop vooral dat ik niet de enige ben die dit ideaal na wil streven en dat we met zn allen als stad de schouders eronder willen zetten om weer zoveel mogelijk WIJ Amsterdam te worden.
Mijn naam is Fouad Lakbir en ik ben jullie dankbaar voor het luisteren naar mijn verhaal.
(Dit verhaal werd gedeeld tijdens het Amsterdams diner in pakhuis de Zwijger op 7 januari 2020)
All rights reserved